“Jesper…..ga papa wakker maken…..snel” hoor ik Denise
enigszins paniekerig zeggen. Ik hoor dat de motor in z’n vrij gezet wordt en gelijk
daarna slaat de motor af. Dat klinkt niet goed. Jesper sliep in de kuip tijdens
de wacht van Denise omdat hij zeeziek was en komt mij nu uit mijn bed halen. Met
een slaperig hoofd snel ik naar buiten en zie naast de boot een boei van een
visnet en een soort van blauw rood knipperlicht. “Ik zag hem echt niet…”.
Ok….even rustig. Laten we kijken hoe we dit kunnen oplossen.
Klaarblijkelijk zijn we in een visnet gevaren. De motor is afgeslagen dus het
net zal ook wel in de schroef zitten. “Denise….geef even die pikhaak”. Ik sta
op het zwemplateau en zie inderdaad een net met drijvers achter en naast de
boot hangen. Dit ziet er niet goed uit. Ik probeer met de pikhaak het net op te
tillen en met een scherp mes de lijnen van het net en het net zelf door te
snijden. “Dit gaat niet lukken….ik ben bang dat ik het water in moet”.
Na masker, snorkel, vinnen en een waterdichte zaklamp gepakt
te hebben spring ik het donkere water in. Ik probeer op een plek te springen
waar geen net ligt en gelukkig lukt dit. Het is half 5 in de ochtend en ik hang
onder de boot met golven van ongeveer een meter hoog en constateer dat het net
inderdaad flink in de schroef gedraaid is. Nadat ik weer boven gekomen ben
vraag ik een mes aan Denise. Ik duik weer onder en probeer het net los te
snijden van de schroef en schroefas. Na dit een paar keer geprobeerd te hebben
ben ik nog niets opgeschoten. De drijvers die het net aan de oppervlakte
hielden zijn ook flink om de schroefas en schroef gedraaid en maken het mij
bijna onmogelijk het net en de lijnen van de as los te snijden. “Denise….kun je
het duiksetje gereed maken?” Ik kruip nog even uit het water en bedenk me dat
de temperatuur van het water gelukkig goed is…..zo rond de 24 graden blijkt
later. Vijf minuten later is het duiksetje opgetuigd, getest en omgehangen en
ik spring het water weer in. Onder de boot zie ik nu duidelijk een groot net de
diepte in verdwijnen. Ik begin aan het karwei waarvan je hoopt als zeiler het
nooit te hoeven doen. Zeker niet in het donker. Gelukkig liggen we niet dicht
bij de kust en zijn de golven een stuk minder dan afgelopen dag. We hadden de
dag ervoor een flinke wind tot wel 35 knopen en golven van zeker een paar meter
hoog. Het lossnijden gaat langzaam maar ik zie wel resultaat. Een redelijk deel
van het net is al los en zweeft een beetje met de beweging van de golven op en
neer. Ik begin al te denken “dit is straks een leuk verhaal voor bij een borrel
of bbq”. Ik heb dit nog niet bedacht of ik voel dat mijn bewegingsvrijheid
enigszins beperkt wordt. Ik voel aan mijn trimvest en constateer tot mijn
schrik dat ik op twee punten van mijn trimvest vast zit aan het net. “Oké…..rustig
blijven nu. Probeer het net los te maken, Eric”. Bij elke beweging voel ik dat
het net op meer punten vast blijft zitten aan mijn duikuitrusting alsof het
kleeft en mijn gedachten gaan plotseling over naar “dit kan wel eens een heel droevig
verhaal worden”. Gelukkig lukt het mij na een paar minuten het net los te
krijgen en ik ga terug naar de oppervlakte. Ik meld Denise dat het voorspoedig
gaat maar dat het zeker nog wel even duurt. Wat moet je anders zeggen.
Na weer onder gedoken te zijn moet ik proberen het net los
te snijden maar tevens met mijn andere hand het net wat al los is bij elkaar te
pakken en in mijn andere hand te stoppen zodat het niet weer vast komt te
zitten aan mijn duikuitrusting. Het probleem is alleen dat er al een zaklamp in
die hand zit en ik ook nog moet proberen me vast te houden aan de schroefas.
Het is een hele klus maar na 1,5 uur is alles los gesneden
en trek ik het laatste deel van het net los van het roerblad. Ik kruip uit het
water en zie dat het al licht geworden is. Ondanks de temperatuur van 24 graden
ben ik toch behoorlijk afgekoeld en ik begin te klappertanden. Snel maar even
omkleden en warme kleding aan trekken. We starten de motor en checken of de
schroefas meedraait en niet lekt van binnen. Alles lijkt het weer te doen en we
varen met langzaam gas weg van de plek des onheils.
Een paar uur later zien we een zeilboot varen en doen een
oproep naar de Batjar die gelijk met ons vertrokken is uit Portimao. Het blijkt
inderdaad de Batjar te zijn en samen varen we op richting Rabat.